Pasta koken lijkt simpel en er zijn heel wat tips over te vinden. Toch zijn ze niet allemaal even nuttig of effectief. Ik heb vijf don’ts op een rijtje gezet die je beter niet toepast wanneer je droge pasta wilt koken.
1. Olie toevoegen
Voeg je soms een scheut olie toe aan het kokende water zodat je pasta niet aan elkaar gaat kleven? Zonde van je olie! Dus houd er maar onmiddellijk mee op want het heeft ab-so-luut geen meerwaarde. Olie en water stoten elkaar af en bovendien is olie veel lichter dan water waardoor het boven blijft drijven. Dus olie toevoegen heeft hier totaal geen nut.
2. Pasta koken in te weinig water
Kook de pasta niet in te weinig water, want anders krijg je een soort van behangerslijm en krijg je meer kans om een pastakoek uit het water te halen. Pasta bevat zetmeel. Deze zetmeelmoleculen komen vrij in het water. Ze zijn opgerold en ontvouwen zich als ze in contact komen met warm water. De watermoleculen gaan zich hechten aan de zetmeelmoleculen en er ontstaat een soort lijmachtige substantie. Door de pasta in ruim wat water te koken verdun je deze substantie. Een andere reden is dat de temperatuur van een grote hoeveelheid water bijna niet daalt wanneer je een kleine hoeveelheid pasta eraan toevoegt. Door deze constante hoge temperatuur zal de pasta sneller gaar zijn.
3. Pasta ingooien en wachten
Roer meteen in de kookpot wanneer je de pasta hebt toegevoegd. Zo verspreiden de zetmeelmoleculen zich in het water en blijven ze niet hangen en kleven tussen de pasta.
4. Zout toevoegen voor het sneller koken van pasta
Je hoort het vaak: door zout toe te voegen aan het water, verhoog je het kookpunt waardoor de pasta sneller gaar wordt. Alleen moet je ongeveer 360 g zout toevoegen aan 1 liter water om het kookpunt met 6 graden te verhogen. De pasta zal dan misschien wel iets sneller gaar zijn, alleen is het maar de vraag of het nog wel eetbaar zal zijn. Toch voegen heel wat Italianen 10 g zout op 1 liter water. Waarom? Vooral voor de smaak.
5. Pasta ‘al overgaar’ koken
Een goede pasta is een pasta die ‘al dente’ gekookt is. De kooktijden op de meeste pastaverpakkingen zijn indicatief. Controleer dus zelf ook altijd door de pasta te proeven. Voel je nog een kleine weerstand wanneer je in de pasta bijt? Dan is hij ‘al dente’. Hierbij wel een kleine note: Het beste is om de pasta uit het water te halen wanneer deze bijna al dente is. Pasta gaart namelijk altijd nog een beetje verder én vergeet niet dat je er nog warme saus doorheen roert wat er ook voor zorgt dat de pasta iets gaarder wordt.
Bron: http://southandpepper.com/5-donts-van-pasta-koken/
2. Pasta koken in te weinig water
Kook de pasta niet in te weinig water, want anders krijg je een soort van behangerslijm en krijg je meer kans om een pastakoek uit het water te halen. Pasta bevat zetmeel. Deze zetmeelmoleculen komen vrij in het water. Ze zijn opgerold en ontvouwen zich als ze in contact komen met warm water. De watermoleculen gaan zich hechten aan de zetmeelmoleculen en er ontstaat een soort lijmachtige substantie. Door de pasta in ruim wat water te koken verdun je deze substantie. Een andere reden is dat de temperatuur van een grote hoeveelheid water bijna niet daalt wanneer je een kleine hoeveelheid pasta eraan toevoegt. Door deze constante hoge temperatuur zal de pasta sneller gaar zijn.
3. Pasta ingooien en wachten
Roer meteen in de kookpot wanneer je de pasta hebt toegevoegd. Zo verspreiden de zetmeelmoleculen zich in het water en blijven ze niet hangen en kleven tussen de pasta.
4. Zout toevoegen voor het sneller koken van pasta
Je hoort het vaak: door zout toe te voegen aan het water, verhoog je het kookpunt waardoor de pasta sneller gaar wordt. Alleen moet je ongeveer 360 g zout toevoegen aan 1 liter water om het kookpunt met 6 graden te verhogen. De pasta zal dan misschien wel iets sneller gaar zijn, alleen is het maar de vraag of het nog wel eetbaar zal zijn. Toch voegen heel wat Italianen 10 g zout op 1 liter water. Waarom? Vooral voor de smaak.
5. Pasta ‘al overgaar’ koken
Een goede pasta is een pasta die ‘al dente’ gekookt is. De kooktijden op de meeste pastaverpakkingen zijn indicatief. Controleer dus zelf ook altijd door de pasta te proeven. Voel je nog een kleine weerstand wanneer je in de pasta bijt? Dan is hij ‘al dente’. Hierbij wel een kleine note: Het beste is om de pasta uit het water te halen wanneer deze bijna al dente is. Pasta gaart namelijk altijd nog een beetje verder én vergeet niet dat je er nog warme saus doorheen roert wat er ook voor zorgt dat de pasta iets gaarder wordt.
Bron: http://southandpepper.com/5-donts-van-pasta-koken/